23 APRIL 1925.
309
het bedrag der subsidie wordt genoemd, zonder dat men
zich te voren bindt door een principieele uitspraak.
De VOORZITTER antwoordt, dat Burgemeester en
Wethouders dezen memoriepost met eenige toelichting aan
den Raad hebben voorgedragen. Het lijkt hem dan ook niet
bezwaarlijk om daaromtrent thans in principe te beslissen.
Men kan dan later nog over het definitieve voorstel van
gedachten wisselen.
De heer CERUTTIOp deze wijze voortgaande, kan
men wel in de meeste gevallen eerst een principieele uitspraak
vragen.
t»
De VOORZITTER: Het betreft hier een bijzonder geval.
Burgemeester en Wethouders willen weten, of er een basis
is, waarop zij kunnen voortwerken.
De heer CERUTTI wijst in dit verband op de onvol
talligheid der vergadering; er ontbreken thans vier leden.
Spr. wil liever den legalen weg bewandelen, welke deze is,
dat Burgemeester en Wethouders met een afgerond voorstel
komen.
Ook de heer COHEN vindt het wenschelijk, dat Burge
meester en Wethouders eerst met een prae-advies komen,
opdat de Raad kan zien, of er aan het Lyceum onderwijs
wordt gegeven in vakken, die niet voorkomen op den les
rooster van het Gymnasium.
De heer MOLL zegt, dat ondanks het feit, dat men volop
gelegenheid heeft gehad daaromtrent vragen te stellen, in
de afdeelingen geen enkele vraag met betrekking tot dezen
memorie-post is gedaan.