314
23 APRIL 1925.
nu voor een ander bestratingswerk worden gebruikter zal
dan alleen overschrijving moeten plaats hebben,
Het voorstel van den heer Hornix wordt daarop
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De Hoofdstukken VII tot en met XVI worden
zonder eenige bemerking goedgekeurd.
De VOORZITTER verzoekt, alsnu het College te willen
machtigen tot het aanbrengen in de begrooting van de wij
zigingen, voorkomende in de nota van wijziging, gevoegd
bij het Antwoord van Burgemeester en Wethouders op het
Centraal Rapport en van die, welke het gevolg zijn van
door den Raad genomen besluiten.
Zonder eenige bedenking wordt de gevraagde
machtiging verleend.
De VOORZITTER vraagt, of de leden stemming wen-
schen over de begrooting in haar geheel.
Dit niet het geval zijnde, wordt de gemeente-
begrooting voor het dienstjaar 1925 zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
2. Schrijven van de Gedeputeerde Staten van Noord-
Brabant, d.d. 25 Maart 1925, G. no. 133, geleidende een
afschrift van het Koninklijk besluit van 3 Maart j. 1., hou
dende goedkeuring van de verordening op de heffing eener
plaatselijke inkomstenbelasting.
3. Proces-ver baal van de op 31 Maart j. 1. gedane kas-
opneming bij den administrateur van het gemeentelijk pen
sioenfonds, waaruit blijkt, dat in kas is bevonden een bedrag
van f 3119.405, welk bedrag volgens de boeken daarin ook
aanwezig moest zijn.