23 APRIL 1925.
315
4. Proces-verbaal van de op 31 Maart j. 1. gedane kas-
opneming bij den gemeente-ontvanger, waaruit blijkt, dat
het kassaldo bedroeg f 143.586.80, welk bedrag overeenkomt
met hetgeen volgens de boeken in kas moest aanwezig zijn.
De VOORZITTER stelt voor, alle deze stukken voor
kennisgeving aan te nemen.
Daartoe wordt besloten.
5. Adres van het bestuur der Vereeniging „Breda Vooruit",
verzoekende den Academiesingel en aansluitende singels van
een meer moderne wegbedekking te voorzien.
De VOORZITTER geeft in overweging, dit adres te
stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om
prae-advies.
De heer KOOPERBERG acht deze zaak van zeer urgenten
aard. Er dient ten spoedigste iets te worden gedaan tegen
de stofplaag; de toestand is thans onhoudbaar.
Daarop wordt besloten overeenkomstig het voor
stel van den Voorzitter.
6. Motie, aangenomen in een openbare vergadering van
inwoners van Breda c. a. op 1 April j. 1., betreffende de
voorziening in de verkeersregeling van Breda met de om
liggende gemeenten.
De heer CERUTTI zou naar aanleiding van deze motie
een vraag willen stellen. De heer Haaiman, die was uit-
genoodigd om in de bewuste protestvergadering het woord
te voeren, heeft toen blijkens de persverslagen gezegd, dat
hem via een kennis van den heer U ij t e n d a a 1 per
tinent was verzekerd, dat de heer U ij t e n d a a 1 met de