322 23 APRIL 1925. De heer SPEYART VAN WOERDEN zegt, dat hem uit de rekening is gebleken, dat een groot aantal posten belangrijk is overschreden. Het is nu toch de bedoeling van dit voorstel om de begrooting daarmede in overeenstemming te brengen. Spr. meent echter uit het betoog van den heer Pel ster te moeten opmaken, dat de uitgaven inderdaad nog beduidend hooger zijn dan f 8412, Dit is Spr. niet duidelijk. Voorts wenscht hij nog een opmerking te maken over het door den heer Korteweg genoemde bedrag voor het op mal brengen van de lijn. De heer Korteweg heeft n. 1. medegedeeld, dat die kosten in totaal f 2200,beliepen. Spr. gelooft evenwel, dat de heer Korteweg zich vergist, want uit de voorgestelde begrootingswijziging blijkt, dat f 2354,— meer aan loon is uitgegeven en dat de post „Weg en werken" met f 11.128,— moet worden verhoogd. Spr. zou weieens willen weten, hoeveel daarvan is besteed aan het op mal brengen van de lijn. De heer PELSTER: Niets. Uit dat bedrag van f 11.128.— zijn de rails en de wissels betaald. De heer SPEYART VAN WOERDEN: Maar dan blijft er nog over. De heer PELSTERDat zullen verschillende kleine pos ten zijn. De heer SPEYART VAN WOERDEN En dan nog de verhooging van den post „Loonen personeel"Het lijkt mij toch toe, dat er aan het op mal brengen van de lijn meer besteed is dan f 2200. De VOORZITTER De heer Speyar t van Woerden vindt, geloof ik, de toelichting van dit voorstel wat mager. En niet geheel ten onrechte. De zaak is echter deze. De posten der begrooting worden gelijkmatig verhoogd. Wat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 322