324 23 APRIL 1925. In den post „Loonen personeel" zit een belangrijk bedrag, dat voor het onderhoud van de lijn is besteed. Men zou dus moeten weten, hoeveel man-uren door het eigen personeel gewerkt is aan het op mal brengen van de lijn. Spr. heeft indertijd herhaaldelijk aangedrongen op het doen instellen van een deskundig onderzoek naar den toestand van de lijn en ten slotte een voorstel daartoe gedaan. Ook heeft hij toen onomwonden te kennen gegeven, welke deskundigen daarvoor niet in aanmerking konden komen n. 1. degenen, die min of meer partij waren. Dat voorstel is toen door den Raad zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Burgemeester en Wethouders hebben daaraan echter geen gevolg gegeven en juist de beide deskundigen genomen, die Spr. niet wenschte. De VOORZITTERDe Raad heeft toch zonder nauw keurige aanwijzing deskundig onderzoek gewenscht. De heer APPELBOOM Ik had er toen toch op gewe zen, dat de een de maker en de ander de ontwerper van den omgebouwden tramwagen was. Burgemeester en Wet houders hebben dien raad in den wind geslagen. Had men tijdig een onpartijdig advies ingewonnen, dan waren wellicht duizenden guldens bespaard geworden. De trammisère heeft heeft ons nu, vanaf den ombouw, al een 40 a 50 duizend gulden gekost. De VOORZITTER komt tegen deze vlugge berekening op' Het hangt er bovendien van af, wat men onder misère rangschikt. De heer SPEYART VAN WOERDEN ondersteunt het voorstel-Appelboom, om de verdere behandeling van deze zaak aan te houden totdat de rekening van het Trambedrijf is onderzocht. Beide zaken kunnen dan in één vergadering behandeld worden. Mocht dit niet geschieden, dan ziet Spr. zich genoodzaakt voor te stellen, den post „Weg en werken"

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 324