23 APRIL 1925.
325
met f 2489,15 te verminderen, aangezien hij zich niet ver
antwoord acht een dergelijke uitgaaf te voteeren.
Ook de heer COHEN sluit zich aan bij het voorstel-
Appelboom.
De heer KORTEWEG begrijpt niet, wat de heeren willen.
De heer Feber toch heeft reeds verklaard, dat de rails
voor de Willemstraat al gekocht waren door den Directeur,
buiten medeweten van het Gemeentebestuur. Op den heer
Groenendaal is het bedrag niet te verhalen, dus zal de
gemeente het moeten betalen.
De heer CERUTTI vindt, dat Burgemeester en Wet
houders in deze het paard achter den wagen hebben gespannen.
Zij hadden eerst met dit voorstel moeten komen en daarna
de rekening van het Trambedrijf over 1924 ter vaststelling
moeten aanbieden. Voorts merkt Spr. op, dat de notulen
van het verhandelde in besloten vergadering in de laatste
vijf jaren niet zijn voorgelezen. Spr. dringt er op aan, die
notulen alsnog spoedig ter lezing te leggen.
De heer KORTEWEG merkt nog op, dat de heer
Appelboom heeft gevraagd, hoeveel man-uren er door
het eigen personeel aan de verbetering van de lijn gewerkt
is. Om dit precies te weten zou men de weekstaten moeten
raadplegen, doch men kan toch niet aan ieder raadslid die
staten overleggen.
De heer APPELBOOMIk wensch toch te weten, hoeveel
de herstelling van de lijn in totaal heeft gekost en waarom
Burgemeester en Wethouders mijn raad niet hebben gevolgd
met betrekking tot de keuze van de deskundigen.
De VOORZITTER herinnert zich niet, dat er indertijd
eenig bezwaar is gemaakt tegen de aanwijzing van den heer