23 APRIL 1925. 327 De heer APPELBOOMNeen, het had een andere ge meente-ambtenaar moeten aanwijzen. De VOORZITTER: Het behoort toch tot de taak van Burgemeester en Wethouders om den dienst gaande te houden. Zij hebben daarom ten spoedigste in de vacature voorzien door iemand, die ter zake kundig is. Er was geen andere uitweg. De heer APPELBOOMDie voorziening is geschied met volstrekt negeeren van den wensch van den Raad. De VOORZITTER komt daartegen op. Toen de heer Smeulders bedankte, was het vanzelf sprekend, dat de functie van tijdelijk boekhouder aan den anderen candidaat, den heer Groenendaal, werd opgedragen. De heer APPELBOOMDe meerderheid van den Raad had duidelijk te kennen gegeven den heer Groenendaal niet voor die functie te wenschen. Burgemeester en Wet houders hadden toch na het bedanken van den heer Smeul ders een anderen gemeente-ambtenaar tijdelijk met die werkzaamheden kunnen belasten, b. v. den Directeur van de Arbeidsbeurs, die nu de werkloosheid zoo gering is, toch niet zooveel te doen heeft. De VOORZITTERU moet dit aan het betere oordeel van Burgemeester en Wethouders overlaten. Zij hebben naar beste weten gehandeld. Weet de Raad een anderen weg, dan houdt het College zich aanbevolen. De heer ELICHIs den heer Smeulders te voren ge vraagd, of hij een eventueele benoeming zou aanvaarden? De VOORZITTER: Ja zeker. Hij heeft die vraag toen bevestigend beantwoord. Later hebben zich evenwel om-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 327