350
23 APRIL 1925.
billijk, dat zij een schadeloosstelling ontvangen, te meer daar
zij in dien tusschentijd geen gelegenheid hebben gehad naar
ander werk om te zien. Ook hadden zij gehoopt in ge
meentedienst te kunnen blijven, Spr. zal op die gronden
voor het voorstel-Kor te weg stemmen.
De heer SPEYART VAN WOERDEN zal tegen een
voorstel stemmen, dat niet te verdedigen is. Er moet in deze
vooropgesteld worden, dat voor die menschen indertijd een
wachtgeldregeling is gemaakt, hoewel zij daarop geen recht
hadden. Zulks is dan ook geschied op billijkheidsoverwegingen.
Later is voor hen een emplooi gevonden bij het Gasbedrijf;
iets wat toch voor de hand lag. Dit is aan den eenen kant
een voordeel voor dat bedrijf geweest het behoefde n. 1.
geen wachtgeld uit te keeren maar aan den anderen kant
was deze tewerkstelling volkomen rechtmatig en in overeen
stemming met de wachtgeldregeling. De bewuste werklieden
zijn daarna ontslagen. Die tewerkstelling is echter ook een
voordeel voor die arbeiders geweest; zij zijn daardoor in
de gelegenheid gesteld werkzaamheden te verrichten, welke
hooger bezoldigd werden dan hun anders aan wachtgeld zou
zijn uitgekeerd. Nu wordt evenwel voorgesteld, hun nog een
schadeloosstelling toe te kennen, hoewel de voorsteller zelf
erkent, dat zij daarop eigenlijk geen recht meer hebben. Het
komt dus neer op het geven van een cadeautje; een wacht
geldregeling op een wachtgeldregeling, zooals de Directeur
het zeer terecht uitdrukt. Wanneer men de door den heer
Korteweg ontworpen regeling bekijkt, moet men zich toch
afvragen, hoe deze er bij komt bedragen van f3.50 en f5.
per week voor te stellen en waarom de van ouds geldende
verhouding van 40 en 70°/o over boord wordt gegooid.
Bij dit voorstel is dan ook iedere consequentie zoek, terwijl
iedere rechts- en billijkheidsgrond daaraan ontbreekt.
De heer BOGMANS zal voor het voorstel-Kor te weg
stemmen. Spr. erkent, dat het Gasbedrijf die menschen zeer