23 APRIL 1925.
351
zeker heeft noodig gehad voor het verrichten van werk
zaamheden in Ginneken, maar daarmede is hun de gelegen
heid ontnomen om ander werk te zoeken. Spr. zal daarom
voor het voorstel-Korteweg stemmen, al vindt hij de
daarin voorgestelde bedragen wel wat hoog.
De heer PELSTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders
indertijd een wachtgeldregeling hebben ontworpen, waarbij
o. a. werd bepaald, dat de wachtgelder verplicht zou zijn,
werk te verrichten, hem door den directeur der lichtbedrijven
opgedragen. Bij weigering of nalatigheid om aan de op
dracht te voldoen, zou het wachtgeld vervallen. Deze be
paling is bij het georganiseerd overleg geenszins over het
hoofd gezien, maar wel degelijk besproken en daarna goed
gekeurd. De Raad heeft vervolgens de regeling aldus vast
gesteld. En toen nu de gelegenheid zich voordeed, om
wachtgelders werk te doen verrichten, is hun volkomen
terecht werk opgedragen. Zij zijn daarmede financieel beter
af geweest, zooals de heer Speyart van Woerden reeds
heeft aangetoond. De heer Korteweg wil hun nu nog
een cadeautje geven. Spr. begrijpt dit niet. Hierbij komt
nog, dat het voorstel van den heer Korteweg erg onvol
ledig is; het is eigenlijk maar een half voorstel. Wat zal
er b.v. met het wachtgeld gebeuren: le. als een wachtgelder
weer bij de Gasfabriek aangesteld wordt, zooals reeds met
enkele wachtgelders geschied is; 2e. als een wachtgelder
geplaatst wordt volgens het werkverruimingsbesluit, hetgeen
volstrekt niet is uitgesloten; 3e. als een wachtgelder bij een
particulier werk krijgt? In al deze gevallen voorziet het
voorstel-Korteweg niet. Dit voorstel is absoluut onvol
ledig, en zou alleen hierom reeds verworpen moeten worden.
De heer KORTEWEG stelt voorop, dat dit voorstel door
hem is ingediend op 1 Februari j. 1. dus al bijna 3 maanden
geleden. Voorts zegt Spr., dat, als de stokerij was blijven
bestaan, die menschen hoogstwaarschijnlijk een vaste aanstel-