22 MËI 1925.
het bestuur van de R. K. Werkliedenvereeniging
„St. Petrus" een subsidie toe te kennen in de kosten
van een gehouden ontwikkelingscursus.
37. Kennisgeving van Mr. W. IngenHousz, dat hij
zijn herbenoeming tot lid, tevens voorzitter van het
Burgerlijk Armbestuur niet aanneemt.
Tegenwoordigde heeren Mr. H. J. W. PELSTER,
H. J. MOLL, W. L. KOOPERBERG, A. SCHRAUWEN,
C. TH. BOGMANS, H. J. H. HORNIX, J. J. A. VAN
WERKHOOVEN, P. HAALMAN, W. J. A. LOOMANS,
A. C. KORTEWEG, TH. P. ELICH, F. F. X. CERUTTI,
TH. NEVE, Jhr. Mr. L. J. M. VAN SASSE VAN YSSELT,
C. J. KLUFT, A. W. ZIJLMANS, N. J. H. VAN GROE-
NENDAEL, J. A. SCHLAGHECKE en B. COHEN.
Afwezig de heeren F. P. J. A. APPELBOOM en Mr.
E. L. M. H. Baron SPEYART VAN WOERDEN.
Voorzitterde heer Mr. Dr. W. G. A. VAN SONS-
BEECK, burgemeester.
Secretaris de heer H. H. JONKERGOUW.
De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede,
dat van den heer Speyart van Woerden bericht is
ingekomen, dat hij wegens uitstedigheid verhinderd is deze
vergadering bij te wonen.
Vervolgens zegt Spr., dat de notulen van het verhandelde
in de vergadering van 2 April j. 1., overeenkomstig het be
paalde bij art. 8 van het reglement van orde voor den
gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en
hun bovendien in afschrift zijn toegezonden. Spr. vraagt, of
iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige
bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen.
