376 22 MEI 1925. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt daartoe besloten. De VOORZITTER geeft in overweging, punt 23 der agenda het eerst te behandelen. Daartoe wordt besloten. 23. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aangaan van een ruiling van grond met de Nederlandsche Spoorwegen en in verband daarmede tot toekenning van een crediet van f 85.000.voor het maken van werken ter verkrijging van een toegangsweg van de Spoorstraat naar den Belcrumpolder, luidende als volgt „In verband met de nieuwe stationsplannen hebben de „Nederlandsche Spoorwegen een gedeelte van de aan de „gemeente toebehoorende gronden in den Belcrumpolder „noodig, welke terreinen voor onteigening werden voorge dragen. Aanvankelijk omvatte die onteigening een zoodanig „groot gedeelte van den polder, dat de mogelijkheid van „exploitatie van het overblijvende twijfelachtig werd, maar „nadere informatie en uitwerking der plannen wees uit, dat „met een veel geringer stuk kon worden volstaan. Bij de „onderhandelingen door ons college gevoerd over de over dracht dier terreinen, bleek, dat de Nederlandsche Spoor- „wegen boven aankoop de voorkeur gaven aan een ruiling „van den door haar benoodigden grond met perceelen, thans „nog eigendom der Spoorwegen of van de domeinen, die „echter bij de uitbreiding voor de nieuwe stationsplannen „niet meer noodig waren. Wij meenden op dit voorstel te „moeten ingaan, omdat zooals Uwen Raad bij beschouwing „der bijgevoegde teekeningen duidelijk zal worden, door „ruiling de mogelijkheid ontstond een verbindingsweg te „verkrijgen van het terrein der tegenwoordige groentenveiling „naar den Belcrumpolder. „Deze verbindingsweg is voor de exploitatie der terreinen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 376