22 MEI 1925.
377
„in meergenoemden polder van groote waarde. Immers de
„tegenwoordige toegang tot de stad langs den Terheijden-
„schen overweg is gebrekkig en met het oog op het Wes
telijk stadsgedeelte zelfs onvoldoende. Het is aan geen
„twijfel onderhevig, dat een toegangsweg langs de Mark de
„waarde van de terreinen in den polder aanmerkelijk zal
„doen stijgen.
„Op bijgaande kaart I zijn in rood aangegeven de gron-
„den, welke van de gemeente naar de Spoorwegen zullen
„overgaan (oppervlakte 19000 M2.), in groen de gronden,
„welke omgekeerd eigendom van de gemeente zouden wor-
„den (oppervlakte 28000 M3.). Het is de bedoeling deze
„gronden, welke in waarde ongeveer gelijk zijn getaxeerd,
„zonder bijbetaling van een der partijen, te ruilen in den
„toestand, waarin zij zich bevinden, met dien verstande, dat
„de op de terreinen aanwezige sporen en wissels en inrich
tingen voor watervoorziening eigendom der Spoorwegen
„zullen blijven.
„Aan deze ruiling van gronden zit dan verder vast de
„toestemming van de Spoorwegen tot den aanleg van een
„weg ter breedte van 14 Meter met een voorloopige ver
harding van 8 Meter, verbinding gevende van het terrein
„van de groentenveiling met de gronden in den Belcrum-
„polder. De breedte van den spooroverweg zal 8 Meter
„bedragen.
„De kosten van aanleg voor dezen weg zullen uit den
„aard der zaak ten laste der gemeente komen. Zij worden
„geraamd op f 85.000.(ophooging en beschoeiing f 30.000.
keibestrating f 29.000.verplaatsing watervoorzie-
„ningsinrichting en diverse werkzaamheden aan sporen, sluit-
„boomen, enz. f 26.000.Behalve het jaarlijksch onderhoud
„van den weg zullen de jaarlijksche kosten van onderhoud
„van den spoorwegovergang bij de brug over de Mark
„f 200.— bedragen.
„Hierbij is erop gerekend, dat de aanwezige watervoor-
„zieningsinrichting wordt verplaatst naar terreinen der Ne-
