378 22 MEI 1925. „derlandsche Spoorwegen (op teekening 2 in rood aangege- „ven). Het wil ons voorkomen, dat het in het belang van „de gemeente is, dat het waterreservoir met buisleidingen „enz. niet op gemeenteterrein blijft, omdat de waarde van „dit terrein daardoor aanzienlijk vermindert. „Wij stellen U daarom voor ons te machtigen een ruiling „van gronden als bovenbedoeld met de Nederlandsche „Spoorwegen te doen plaats hebben en een crediet van „f 85.000.te verschaffen voor den aanleg van een weg „van de groentenveiling naar den Belcrumpolder." De heer HORNIX zegt het volgende: In de raadsvergadering van 24 Augustus 1923 heeft de Raad met 19 tegen 2 stemmen (die van den heer Oost vogels en mij) besloten tot gedeeltelijke exploitatie van den Belcrumpolder. Dat besluit is en zal nog tal van jaren blijven van groote financieele beteekenis voor de gemeente Breda. Het voorstel, dat heden den Raad wordt voorgelegd, is mede een gevolg van het destijds genomen besluit en toont aan, dat mijn overtuiging, dat de exploitatie van den Bel crumpolder zware financieele offers van Breda zal vergen, inderdaad gerechtvaardigd is. Toen indertijd de plannen van exploitatie aan den Raad voorgelegd werden, werd over een verbindingsweg ter hoogte .van de groenteveiling slechts terloops gesproken. Thans ligt het uitgewerkte voorstel daartoe voor ons en zullen we daartoe een crediet moeten voteeren van f 85.000, inderdaad reeds een hoog bedrag. Maar, Mijnheer de Voorzitter, het wekt den schijn, dat we er met dit bedrag dan zijn; verre van dien echter, want uit het voorstel blijkt met geen enkel woord of liever cijfer, welke zware financieele verplichting we daarmee voor de toekomst op ons nemen. Stemmen we voor het voorstel, dan voteeren we niet een bedrag van f 85.000, maar in waarheid een ton meer. Wat is het geval? De kostbare weg, die thans over een gedeelte van het spoorweg-emplacement

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 378