22 MEI 1925.
381
zegd, thans ook b behoort te zeggen. Spr. zal derhalve voor
dit voorstel stemmen.
De heer ZIJLMANS zal zich eveneens aan de zijde van
de voorstemmers scharen, maar hij wil toch eerst nog enkele
vragen stellen, daar het voorstel zeer sober is toegelicht,
terwijl een gedetailleerde begrooting niet bij de stukken is
overgelegd, doch slechts een globale opgaaf van totaal kos
ten. In de eerste plaats zou Spr. willen vragen, wat er van
den te maken toegangsweg en andere werken van blijvenden
aard zal zijn tijdens de uitvoering der spoorwegwerken en
nadat het nieuwe personenstation tot stand gekomen is; 2e.
van welk materiaal en constructie de beschoeiing zal worden
gemaakt; 3e. staat in het voorstel, dat de weg 14 M. breed
zal zijn, terwijl hij op de teekening is geprojecteerd ter
breedte van 12 M.4e. vindt Spr. 8 M. breedte voor den
keiweg een te royalen opzet; het wil hem voorkomen, dat
met 5 M. kan worden volstaan. Ten slotte dringt Spr. er
op aan, het bestek en de teekeningen aan den Raad over
te leggen. Deze goede gewoonte is in de laatste jaren geheel
op den achtergrond geraaktSpr. heeft al eens meer hier
een lans gebroken voor het in eere herstellen daarvan. Spr.
heeft er de notulen op nageslagen, doch hij heeft geen enkel
voorstel of besluit kunnen vinden om met die gewoonte te
breken. Spr. wil er in deze en in de toekomst ook voor
andere gevallen op aandringen, dat bestek en teekeningen
aan den Raad worden overgelegd.
De heer PELSTER zegt, dat de opmerking van den heer
Hornix, dat deze zaak een gevolg is van vroegere beslui
ten, inderdaad juist is, doch Spr. kan zich niet vereenigen
met diens bewering, dat, indien men voor dit voorstel stemt,
men niet een bedrag van f 85.000.— maar in waarheid van
f 185.000—, dus een ton meer voteert. Spr. geeft wel
toe, dat als de toegangsweg er eenmaal is en dan tot het
maken van het nieuwe station wordt overgegaan, de gemeente