388 22 MEI 1925. het zal nog lang duren, eer daar een druk verkeer is. Bo vendien zal de weg tijdens de uitvoering der spoorwegwerken groote veranderingen moeten ondergaan en tijdelijk verlegd moeten worden. Ten slotte zegt Spr. nog niets te hebben vernomen omtrent de constructie en het materiaal van de te maken beschoeiing. De heer KLUFT merkt op, dat de weg toch een winkel straat zal moeten wordener zullen dan ook veel woningen moeten worden gebouwd. Spr. vreest, dat de grond te duur zal zijn voor industrie-terrein. De heer HORNIX zegt, dat de heer Korteweg het bezwaar heeft geopperd, dat verwezenlijking van zijn plan practisch niet mogelijk zou zijn met het oog op de scherpe bochten, welke de tramlijn dan zou moeten maken. Spr. wil er echter op wijzen, dat zulks bij uitvoering van dit voor stel evenzeer het geval zal zijn. De brug zal volgens Spr. niet zoo ver weg behoeven te worden gelegd als de heer Pels ter meent, daar de gronden, waarop de toegangsweg is ontworpen, toch aan de gemeente zullen komen. Spr. acht uitvoering van zijn plan dan ook zeer wel mogelijk, mits het behoorlijk onderzocht wordt. De heer PELSTER: Ik meen, dat U zich vergist. Op de plaats, waar U zich de brug denkt, zal de nieuwe haven kade van de Spoorwegen gemaakt worden. De brug zou dus inderdaad verderop gelegd moeten worden. De heer KORTEWEG: De brug zou nog voorbij de ontworpen haven moeten komen. De heer PELSTER merkt op, dat de heer Kluft de zaak verkeerd begrijpt. Aan den toegangsweg zullen geen wonin gen en winkels gebouwd wordende daaraan gelegen gron den zijn bestemd voor industrie-terrein.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 388