22 MEI 1925. 393 De VOORZITTER stelt voor, alle deze stukken voor kennisgeving aan te nemen. Daartoe wordt besloten. 5. Nota van aanmerkingen van de Gedeputeerde Staten voornoemd op de rekening der gemeente over het dienst jaar 1923. Bij deze nota is gevoegd een schrijven van Burgemeester en Wethouders, geleidende een ontwerp-antwoord op de door de Gedeputeerde Staten gemaakte bemerkingen. Zonder eenige bedenking wordt dit ontwerp- antwoord goedgekeurd en vastgesteld. 6. Proces-verbaal van de op 26 Maart j. 1. gedane kas- opneming bij den boekhouder-kassier der licht- en water bedrijven, waaruit blijkt, dat, met inbegrip van de waar borgsom der muntgasverbruikers, in kas moest zijn een be drag van f 45.596.92, welk bedrag ook werkelijk aanwezig is bevonden. De heer CERUTTI vraagt naar aanleiding van dit stuk, of er spoedig in de vacature van boekhouder-kassier zal worden voorzien. De VOORZITTER antwoordt, dat op het oogenblik wordt nagegaan, of een splitsing van de beide functies aan beveling zou verdienen. Een beslissing in deze is echter spoedig te wachten. Opgemeld proces-verbaal wordt daarop voor ken nisgeving aangenomen. 7. Kennisgeving van H. J. J. van Roermund, aanne mende zijn benoeming tot lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 393