408 22 MEI 1925. Artikel 4 wordt daarop goedgekeurd en vastgesteld. Artikel 5 wordt zonder eenige bedenking goed gekeurd en vastgesteld. Artikel 6. De VOORZITTER acht het niet noodig om, zooals de heer Haaiman wenscht, de wijziging der loonen door den Raad te doen geschieden; de Raad kan Burgemeester en Wethouders immers altijd nog zijn wensch te kennen geven. De heer HA ALM AN handhaaft zijn amendement. Het amendement van den heer Haaiman wordt evenwel niet voldoende ondersteund, zoodat het geen onderwerp van behandeling kan uitmaken. De heer CERUTTI vraagt, of de concessionaris verplicht is al de functionarissen, in dit artikel vermeld, aan te stellen of dat dit facultatief is bedoeld. De VOORZITTER antwoordt, dat die opsomming niet wil zeggen, dat al die functionarissen aan het bedrijf ver bonden moeten zijn. Dit zal geheel afhangen van den om vang van het bedrijf. Bij zeer groote bussen zal het b. v. wel wenschelijk zijn, dat er behalve de bestuurder ook een conducteur is, terwijl bij kleinere volstaan kan worden met een chauffeur. De heer CERUTTI vreest, dat bij groote bussen een chauffeur alleen niet voldoende zal zijn; diens aandacht zal dan te veel afgeleid worden. De heer VAN WERKHOOVEN vraagt, of het geen aanbeveling zou verdienen, z. g. rittenboekjes in de winkels

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 408