416
22 MEI 1925.
Artikel 8.
De autobussen moeten wat soliditeit, inrichting, doelma
tigheid, afmeting en capaciteit betreft, voldoen aan door
Burgemeester en Wethouders te stellen eischen.
Artikel 9.
De contractant ter andere zijde is verplicht de autobussen
in goeden staat te onderhouden, de noodige herstellingen
uit te voeren en de veranderingen ter voldoening aan wet
telijke voorschriften aan te brengen. Hij is gehouden een
eventueel daartoe door Burgemeester en Wethouders voor
noemd aan te wijzen deskundige in de gelegenheid te stellen
zich omtrent den staat van onderhoud der autobussen te
vergewissen. Worden bij dit onderzoek gebreken geconsta
teerd, dan zullen deze binnen een door Burgemeester en
Wethouders voornoemd te bepalen termijn moeten worden
hersteld.
De te herstellen autobussen moeten tot aan hunne volledige
herstelling buiten dienst gesteld blijven.
Artikel 10.
Contractant ter andere zijde draagt zorg
a. dat de bestuurder van den autobus, die den leeftijd
van twintig jaar moet hebben bereikt, ten genoegen
van Burgemeester en Wethouders voorzien is van de
verklaring van een geneesheer, waaruit blijkt, dat diens
gezichts- en gehoorscherpte voldoende zijn voor het
besturen van een autobus en dat hij daartoe lichame
lijk en geestelijk geschikt en bekwaam is, alsmede dat
telkens, wanneer zulks door den Commissaris van
Politie te Breda wordt verlangd, een nieuwe verklaring
als hiervoor bedoeld, wordt overgelegd binnen den
door hem gestelden termijn.