22 MEI 1925. 419 en Wethouders voornoemd, met opgaaf van de omstandigheid, welke naar zijn oordeel de overtreding veroorzaakt heeft. De ingevolge dit artikel door contractant ter andere zijde verschuldigde boeten moeten binnen acht dagen na dag- teekening der desbetreffende kennisgeving van Burgemeester en Wethouders voornoemd ten kantore van den gemeente ontvanger van Breda worden betaald. Van een boeteoplegging als in dit artikel bedoeld kan bij den Raad, in beroep worden gegaan binnen acht dagen, nadat contractant ter andere, kennisgeving der opgelegde boete heeft ontvangen. Artikel 15. De exploitatie in deze overeenkomst bedoeld vangt aan op een door Burgemeester en Wethouders voornoemd te bepalen dag. Artikel 16. De overeenkomst eindigtjaar na den dag, waarop de exploitatie moest worden begonnen Indien echter de contractant ter andere zijde na herhaalde waarschuwing niet voldoet aan de verplichtingen hem bij deze overeenkomst opgelegd en de gemeenteraad op voorstel van Burgemeester en Wethouders tot opzegging der over eenkomst op grond daarvan besluit, eindigt de overeenkomst met ingang van den dag bij dat besluit aangewezen. Artikel 17. De kosten op deze overeenkomst vallende, komen ten laste van den contractant ter andere zijde. Breda, 1925. Contractant ter andere zijde, Contractant ter eene zijde, Burgemeester en Wethouders van Breda, burgemeester. secretaris,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 419