440 9 JUNI 1925. „bedoelde ontheffingen aan zich voorbehield, herhaaldelijk b „tot vertraging in de afdoening aanleiding geeft. n „Hieraan is tegemoet te komen door de bevoegdheid tot v „het verleenen van die ontheffingen aan ons college toe te d „kennen. h „Nu in een Uwer vorige vergaderingen uit den boezem c „van den Raad stemmen zijn opgegaan, om de verordening z „in dien geest te wijzigen, hebben wij de eer U voor te e „stellen, de Bouwverordening voor deze gemeente te wijzigen „en aan te vullen als volgt: „Den aanhef van art. 15, 5e lid, in plaats van De Raad d „kan' te lezen Burgemeester en Wethouders kunnen" „In het 5e lid van gemeld art. 15 het woord „hem" te „te vervangen door „hen"v „Aan art. 111 toe te voegen eene nieuwe (tweede) zin- z „snede, luidendet „Van het besluit van Burgemeester en Wethouders, waar- „bij eene uitzondering bedoeld in art. 15, 5e lid, dezer ver ordening, wordt geweigerd of waarbij die uitzondering „onder nadere eischen is toegestaan, kan hij, die de uitzon- c „dering heeft aangevraagd, binnen dertig dagen, nadat hem „het besluit is medegedeeld, bij den Gemeenteraad in beroep I „komen." c „Door deze aanvulling is met vermeende belangen van „de aanvragers in die mate rekening gehouden, dat hun het „recht van beroep op den Gemeenteraad wordt toegekend. „Blijkens bijgaand advies van de Gezondheidscommissie „kan deze zich met de voorgestelde wijziging en aanvulling „vereenigen." De heer VAN WERKHOOVEN heeft met genoegen kennis genomen van dit voorstel. Het is nog slechts enkele vergaderingen geleden, dat een paar leden hier den wensch te kennen gaven, om de Bouwverordening in dien zin te herzien en reeds thans eigenlijk al in de vorige vergade ring komen Burgemeester en Wethouders met een des- k 9

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 440