442
9 JUNI 1925.
wel 3 maanden zullen gemoeid zijn. Spr. zal dan ook tegen
het voorstel stemmen.
De VOORZITTER verklaart, dat Burgemeester en Wet
houders natuurlijk zeer gevoelig zijn voor het compliment
van voortvarendheid. Voorts zegt Spr., dat de heer Cohen
zich bij de bestrijding van dit voorstel beroept op het geval-
K u ij p e r, doch dit had, zoo het een beroep van een be
slissing van Burgemeester en Wethouders betrof, evengoed
vandaag behandeld kunnen worden. Tot vertraging behoeft
de wijziging ook bij beroep op den Raad niet te leiden.
Spr. komt op tegen de veronderstelling, dat van iedere af
wijzende beschikking op een verzoek om ontheffing van art.
15 beroep zal worden ingesteld. Er zullen toch velen zijn,
die zich bij de beslissing van Burgemeester en Wethouders,
gegrond op de adviezen van Gezondheidscommissie en Bouw-
politie, neerleggen.
De heer PELSTER wijst er op, dat tegenover een enkel
geval, dat misschien iets langer zal duren, staat, dat bij aan
neming van dit voorstel de meeste aanvragen vlugger zullen
worden afgedaan.
De heer VAN WERKHOOVEN verklaart steeds zeer
gevoelig te zijn voor principieele bezwaren, doch hij kan ze
in dit geval niet deelen. Daarbij komt, dat 75 °/o der aan
vragen om ontheffing van art. 15 veel vlugger zal kunnen
worden afgedaan.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
De heeren Cohen en Haaiman wenschen aanteeke-
ning in de notulen, dat zij tegen dit voorstel zijn.