444 9 JUNI 1925. Wethouders meenden, dat de amanuensis geen recht had op kindertoeslag; nu verzoekt het Rijk hem daarvoor wèl in aanmerking te doen komen. De vraag doet zich thans voor: vanaf welken datum? Het is echter toch logisch, dat hij den kindertoeslag krijgt uitgekeerd vanaf het oogenblik, dat het recht daarop bestond. Spr. is er derhalve ook voor, om aan deze wijziging terugwerkende kracht toe te kennen tot 1 September 1922. De VOORZITTER: De zaak zou kunnen worden aan gehouden tot een volgende vergadering en inmiddels nader worden onderzocht. De heer VAN WERKHOOVENDat wil dus zeggen, dat U eerst Uw licht bij den Minister gaat opsteken? De VOORZITTER bevestigt zulks. Daarop wordt besloten, de verdere behandeling van dit voorstel aan te houden tot een volgende vergadering. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, om het Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening uit te noodigen naar den toestand en de capaciteit der Waterleiding een onder zoek in te stellen en aan te wijzen, welke vernieuwingen en uitbreidingswerken noodzakelijk zijn. De heer ZIJLMANS zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter, In eene vorige vergadering heb ik mij aangesloten bij mijn medelid, den heer Haaiman, toen deze de klacht uitte, dat de Commissie van bijstand zoo weinig werd gekend en voorgelicht in zake de bedrijven. U hebt de gegrondheid dezer klacht ontkend en mij gevraagd deze te staven. Ik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 444