464
9 JUNI 1925.
zeer spijten als geen f 600.— werd toegekend. Indien Spr.
te voren had geweten, dat het gevraagde bedrag gehalveerd
zou worden, zou hij er op aangestuurd hebben, dat 1200.
was gevraagd.
De VOORZITTER: Dan zou U gevierendeeld zijn!
De heer VAN WERKHOOVEN wijst er op, dat de te
houden wedstrijden van internationale beteekenis zijn en
dringt er op aan het gevraagde bedrag toe te kennen.
De VOORZITTER: Burgemeester en Wethouders zijn
niet in staat de financieele capaciteit der vereeniging te be-
oordeelen. Misschien kan de heer Van Werkhooven
daaromtrent nadere inlichtingen geven?
De heer VAN WERKHOOVEN mag niet zeggen, hoe
de financiën der vereeniging er voorstaan. Spr. zou echter
een wedervraag willen stellen, n. 1. dezeindien die financiën
er goed voorstaan, zou dit dan een reden kunnen zijn om
geen subsidie toe te kennen? Hoewel de vereeniging niet,
wat men noemt op zwart zaad zit, acht Spr. een flinke
subsidie toch wel zeer noodzakelijk.
De VOORZITTER constateert, dat er uit den boezem
van het hoofdcomité een stem opgaat om meer financieelen
steun te verleenen. Spr. gelooft daaraan recht te mogen doen
door, namens Burgemeester en Wethouders voor te stellen,
f 400.— subsidie toe te kennen.
Zonder eenige bedenking wordt dienovereenkom
stig besloten.
15. Schrijven van het College van Regenten van het
Oude-Mannenhuis alhier, daarbij ter goedkeuring aanbiedende
de rekening van ontvangsten en uitgaven van dat gesticht
over het laar 1924.