466 9 JUNI 1925. tie al 40 jaren geleden eigendom van den heer Martens was. Deze heeft nooit anders geweten, of het was zijn ei gendom; hij had het zoo van den vorigen eigenaar gekocht en heeft gebouwd op bestaande fundamenten. Spr. vindt f 80.— een veel te hoog bedrag, aangezien Martens nu gedwongen is den grond te koopen. Hij acht de helft van den voorgestelden verkoopprijs voldoende. De heer HORNIX zegt, dat het niet juist kan zijn, dat iemand niet weet, dat een stukje grond niet zijn eigendom is; wanneer men het kadaster raadpleegt, dan blijkt zulks. Het moet dan ook altijd bekend geweest zijn, dat de grond in quaestie niet het eigendom van Martens was. De heer BOGMANS: Hij heeft toch niet anders geweten, of het was zijn eigendom. De VOORZITTER: Belanghebbende wenscht het stukje grond voor f 80.te koopen. Ik begrijp niet. dat de heer B o g m a n s als verkooper gaat zeggen, dat hij dat bedrag te hoog vindt. Zonder verdere bedenkingen wordt alsnu conform de voorstellen, vermeld onder de punten 16 en 17 besloten. 18. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, op het adres van het bestuur der Vereeniging tot stichting en instandhouding van scholen met den Bijbel, verzoekende de benoodigde gelden beschikbaar te stellen voor de uitbreiding van de Prinses Juliana-school aan het Van Coothplein, lui dende als volgt: „Om prae-advies stelde Uwe vergadering in onze handen „het hierbij teruggaand adres van het bestuur der Vereeni- „ging tot stichting en instandhouding van scholen met den „Bijbel, verzoekende de noodige gelden beschikbaar te willen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 466