46 5 FEBRUARI 1925. de taak zijn van de Inspectie der Volksgezondheid om hier verbetering te brengen. Ten aanzien van politie en onderwijs zouden ons door onze buren abnormale lasten worden opgelegd. Zonder cijfers, zooals ik reeds gevraagd heb, kan ik in eene waar deering van dit argument niet treden. Ik heb mij bij de bespreking der reeds genoemde argu menten beperkt, omdat ik ze van geen of weinig belang acht voor dit plan, maar over een ander zal ik uitvoeriger zijn, dat is „voor uitbreiding van woongelegenheid heeft Breda grond „noodig op eigen gebied. Vaststelling en uitvoering van een „uitbreidingsplan eischen eene centrale leiding." Uitbreidingsplan en bouwgrond zijn inderdaad onafschei delijk aan elkaar verbonden. Ik wil een oogenblik aannemen de niet bewezen noodza kelijkheid, dat er bouwgrond op eigen gebied moet komen en dat om die reden de annexatie tot stand komt. Dan zullen wij voor het ingelijfde gebied een uitbreidings plan vaststellen, maar de groote lijn kunnen wij niet trekken, daarvoor is dit plan veel te klein. Om een enkel voorbeeld te noemen, zullen wij zonder medewerking van Teteringen nooit een verbindingsweg van den Wilhelminasingel met den Driesprong kunnen tot stand brengen. Om er iets goeds van te maken, zullen wij evenmin de medewerking van Princenhage en Ginneken kunnen ontberen. Doch wij hebben dan eenmaal een eigen plan, we zijn dan baas in eigen huiswie er bijv. in Lovensdijk bouwen wil, heeft zich aan dat plan te houden en weet, dat hij binnenkort over gas, water, electriciteit enz. zal kunnen beschikken. Particulieren, bouwvereenigingen en bouwgrond-exploitan ten kunnen nu het bouw- en weiland in bouwterrein gaan omzetten. Snel zal dit evenwel niet gaan, men make zich daarover geen illusie, want we zijn omringd door hoveniers, die van de stad leven en zich niet gemakkelijk zullen verplaatsen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 46