470
9 JUNI 1925.
zaak in het volgende. Zij zijn uitgegaan van het feit, dat
de bemoeiingen van den heer Van Wieringhen Borski
van tweeërlei aard zijn geweest, n. 1. bemoeiingen betreffende
het ombouwen van de tramwagens en bemoeiingen betref
fende de wissels van K 1 o o s. Voor de eerstbedoelde be
moeiingen komt den heer Van Wieringhen Borski
naar hun meening volstrekt geen honorarium toe. Voor de
laatstbedoelde echter wel. Het was voor de hand liggend,
dat de heer Van W ieringhen Borski, die dadelijk,
toen er twee van de wissels waren gelegd, gewaarschuwd
heeft, dat die wissels niet deugden, in deze kwestie verder
werd geraadpleegd. Een bedrag van f 270.voor deze
bemoeiingen vonden Burgemeester en Wethouders niet wei
nig, maar toch ook niet buitensporig. De heer Van Wie-
ringhen Borski bleef echter voor beiderlei bemoeiingen
honorarium vorderen. Het College achtte het daarom wen-
schelijk den Raad de vraag voor te leggenWilt gij het
geheele gevorderde bedrag betalen en een rechtsgeding voor
komen? Of zijt gij slechts tot gedeeltelijk betalen bereid, n. 1.
tot betalen van f 270..In dit laatste geval is het niet
onwaarschijnlijk, dat er een dagvaarding komt. Spr. is van
oordeel, dat deze handelwijze van Burgemeester en Wet
houders geenszins reden tot bevreemding geeft.
De heer CERUTTI zou, alvorens een beslissing te nemen,
het advies van den rechtskundig adviseur der gemeente
willen inwinnen.
De heer ZIJLMANS vindt als buitenstaander de zaak
moeilijk te beoordeelen, daar er op verschillende punten
tegenspraak heerscht. Men moet echter ook in deze de bil
lijkheid betrachten. Spr. sluit zich aan bij het denkbeeld van
den heer C e r u 11 i.
Den heer SPEYART VAN WOERDEN komt het ook
voor, dat het zeer moeilijk is voor den Raad om op de