9 JUNI 1925.
471
voorgelegde stukken een beslissing te nemen. Betalen wij
f 270.zooals Burgemeester en Wethouders willen, dan
zal er hoogstwaarschijnlijk een dagvaarding komen. De zaak
zal dan toch weder bij den Raad moeten komen en er zal
een nieuw raadsbesluit noodig zijn. Spr. zou daarom in over
weging willen geven om zoolang de positieve eischen niet
vaststaan geen rechtskundig advies in te winnen en ook geen
besluit te nemen. De Raad kan thans niet met kennis van
zaken besluiten. Spr. stelt Burgemeester en Wethouders voor,
dit voorstel in te trekken en af te wachten, wat er verder
zal gebeuren. De heer Van Wieringhen Borski
beroept zich op bescheiden, welke in zijn bezit zijnzoolang
wij den inhoud daarvan niet kennen, kunnen wij in deze
geen beslissing nemen.
De VOORZITTER: Er is voor het denkbeeld van den
heer Speyart van Woerden wel iets te zeggen.
De heer PELSTER: Dus dan beslist de Raad toch in
ieder geval, dat de gemeente niet bereid is zoo maar ineens
f 575.te betalen.
De heer SPEYART VAN WOERDEN beaamt dit.
De VOORZITTER: Dat is juist, wat Burgemeester en
Wethouders wenschten te weten.
Alsnu wordt besloten het verdere verloop van
deze zaak af te wachten.
De VOORZITTER stelt voor, thans eerst de punten 22
en 23 te behandelen.
Daartoe wordt besloten.
22. Adres van het bestuur der R. K. bijzondere Jongens»