476 9 JUNI 1925. De VOORZITTER wil uit deferentie voor den heer Van W erkhooven aanhouden van de adressen niet tegengaan, al acht hij zelf het niet noodig. De heer VAN WERKHOOVEN verklaart, ook met een mondeling prae-advies tevreden te zijn. De heer PELSTER: Indien een schriftelijk prae-advies wordt verlangd, dan ware het wenschelijk, dat de heer Van W erkhooven eerst zijn gegevens aan Burge meester en Wethouders deed toekomen. De VOORZITTER sluit zich bij de woorden van den heer P e 1 s t e r aan. Spr. wil alleen nog even opmerken, dat er op het oogenblik slechts 161 werkzoekenden bij de Arbeidsbeurs staan ingeschreven, een aantal lager dan normaal. De heer MOLL: U vergist U; het zijn er slechts 148. Men heeft vandaag nog moeten zoeken naar werkwilligen om aan een aanvraag om arbeidskrachten te kunnen voldoen. Spr. wil dan ook deze gelegenheid aangrijpen om zijn diepe verontwaardiging uit te spreken over de overdreven voor stelling, welke „het Volk" van de werkloosheid hier ter stede geeft. De heer VAN WERKHOOVEN verklaart, niet iedere uitlating van „het Volk", al is dit ook zijn lijfblad, voor zijn rekening te nemen. Alsnu wordt zonder hoofdelijke stemming besloten de behandeling van bovengenoemde adressen tot de volgende vergadering aan te houden en deze inmiddels te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 476