48 5 FEBRUARI 1925. De halveering van den Teteringschen Dijk, de inlijving van d, het Montensbosch, maar daarentegen de angstvallige ver- b mijding van Ginneken over de Ley zijn b. v. punten, die met dat beginsel niet zijn te rijmen. b Dan wil ik ten slotte, aan de hand van hetgeen te dien d< aanzien door de aangrenzende gemeenten in hunne bestrijding a; is opgemerkt, er op wijzen, dat het niet gewenscht is om zj de nieuwe grens te doen loopen door de bedding van de rr riviertjes de Ley en de Aa en langs den kant van ettelijke c< wegen. g, Mijnheer de Voorzitter, het is nog niet zooveel jaren d< geleden, dat ik veel gevoelde voor eene gematigde gebieds- vergrooting, juist als gevolg van het vraagstuk van het tc bouwterrein, overtuigd als ik was, dat hèt groote argument voor gebiedsvergrooting, dat staat boven de belangen der buitengemeenten ons te zijner tijd zou worden onthuld. U zult zeggen we hebben heel wat bouwsteenen aangevoerd en daarmee bouwen we ten slotte een huis, maar dan zijn het zeer ondeugdelijke bouwsteenen. Het groote argument van noodzakelijkheid ontbreekt ook thans evenals in 1904, toen mijn voorganger in dezen Raad, wijlen Dr. Bossers, een man wien het wel en wee van w Breda zoozeer ter harte ging, tot dezelfde conclusie moest komen. p Aan een plan, dat uitsluitend beoogt om bepaalde mis- na standen weg te nemen en dat ook den Belcrumpolder omvat, li. dus aan eene grensregeling zonder het vooropgestelde doel ei van gebiedsvergrooting, wil ik natuurlijk gaarne mijne mede- sj werking verleenen. z< Wanneer wij in den Belcrumpolder gemeentelijke inrich- G tingen vestigen, dan dient dit gebied ook publiekrechtelijk h tot Breda te behooren. v Mijnheer de Voorzitter. Wanneer ik dan ook op grond d van hetgeen ik heb gezegd mijn stem niet kan geven aan tc dit plan van grenswijziging, dan kan ik dit des te gereeder B doen, omdat ik meen, dat samenwerking wèl mogelijk is en h i»

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 48