496 29 JUNI 1925. houden en in verband daarmede den Directeur de kosten te vergoeden van een rijtuig om hem naar zijn veraf gelegen woning terug te voeren. Het feit, dat Spr. die vergaderingen overdag niet kon bijwonen, is dus de eigenlijke oorzaak van een en ander geweest. Of het billijk is, dat de directeur die kosten vergoed krijgt, wenscht Spr. echter in het midden te laten. De heer CERUTTI is van meening, dat het toch noodig zal zijn een onderzoek in te stellen naar de aanschaffing van het bewuste materiaal. Spr. heeft de vorige maal reeds op gemerkt, dat de geheime notulen, welke sinds 5 jaar niet zijn voorgelezen, daaromtrent waarschijnlijk meer licht zouden kunnen geven. Hij geeft dan ook in overweging, die notulen te raadplegen. De heer KORTEWEGDe aanschaffing heeft vóór mijn tijd als wethouder plaats gehad. Ik kan er dus niet meer van zeggen. De VOORZITTER brengt in herinnering, dat de Raad indertijd de proef met den ombouw van een tramwagen wilde nemen. De begrooting van de kosten is toen expres- selijk in den Raad gebracht. Burgemeester en Wethouders hebben destijds een deskundige geraadpleegd over de nood zakelijkheid van verandering der rails; dit leek echter aan vankelijk niet noodig, vandaar dat een vraag, in den Raad gedaan, n. 1. of er met de proefneming nog meerdere kosten zouden zijn gemoeid, ontkennend kon worden beantwoord. Ten opzichte van de Willemstraat stond de zaak echter anders. Het verdiende aanbeveling daar ineens nieuwe rails te leggen met het oog op de voorgenomen asphalteering. Toen zich dus een gunstige gelegenheid bood, heeft men die rails gekocht tegen betrekkelijk lagen prijs, in de veronder stelling, dat men daarmede iets goeds deed, inderdaad echter zonder opdracht van Burgemeester en Wethouders of den

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 496