29 JUNI 1925. 505 Den heer COHEN is de zaak toch nog niet duidelijk. De aanvraag om de verordening in dien zin te wijzigen is toch niet in Juli 1923 gedaan. Spr. kan derhalve geen aan leiding vinden om het keurloon over zoo'n langen tijd terug te betalen. De VOORZITTER: Ik kan er niet meer van zeggen. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop con form het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. De heer COHEN wenscht aanteekening in de notulen, dat hij tegen het voorstel is. 17. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij aanbiedende het verslag van den toestand der gemeente over het jaar 1924. De VOORZITTER stelt voor, dit schrijven voor ken nisgeving aan te nemen. Daartoe wordt besloten. 18. Adres van het R. K. Kerkbestuur der parochie van den H. Gerardus Majella te Breda, daarbij verzoekende gelden beschikbaar te stellen voor de oprichting eener bij zondere school c. q. overdracht van de openbare school aan de Nieuwehuizen, met voorstel van Burgemeester en Wethouders, luidende als volgt: „Van het R. K. Kerkbestuur der parochie van den H. „Gerardus Majella ontvingen wij de hierbij gevoegde aan vrage tot het beschikbaar stellen van de noodige gelden „voor de oprichting eener bijzondere school c. q. overdracht „van de openbare school aan de Nieuwehuizen. „Bij die aanvrage zijn overgelegd de stukken, genoemd in „art. 73 der Lager Onderwijswet 1920, alsmede verklaringen „van ouders of verzorgers van leerlingen, waaruit blijkt, dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 505