29 JUNI 1925. 507 „wijze zal moeten worden voorzien in het onderwijs der „leerlingen, welke thans de openbare school aan de Nieuwe- „huizen bezoeken en te wier behoeve geene verklaring door „het schoolbestuur is ingezonden, dat zij naar de bijzondere „school zullen overgaan. „Buiten rekening latend de leerlingen, die met 1 Septem- „ber a. s. buiten den leerplicht vallen en grootendeels de „school voorgoed zullen verlaten, zullen er nog ongeveer „150 leerlingen overblijven voor wie de gemeente de gele genheid zal moeten openen op eene andere openbare school „plaats te nemen. „Met het oog op de ligging der school en de woonplaats „der ouders, zullen wellicht de meesten plaatsing wenschen „op de openbare school aan de Middellaan. Deze school „biedt voldoende plaatsruimte om alle overblijvende leerlingen „van de openbare school aan de Nieuwehuizen te kunnen „bevatten. „De inrichting van het gebouw aan de Middellaan en de „speelplaats voldoen aan alle redelijke eischen, de zoogenaamde „standenscholen zijn door de tegenwoordige onderwijswet „komen te vervallen, het hoofd en het onderwijzend personeel „staan als ijverige en bekwame leermeesters bekend, zoodat „er voor de ouders, die openbaar onderwijs voor hunne „kinderen verlangen, geen enkel bezwaar kan bestaan, de „kinderen naar deze school te zenden. „Tot dusver was deze school echter eene onderwijsinrichting „met zes leerjaren; de leerlingen van het zevende leerjaar „gingen tot dusver over naar de school-Nieuwehuizen. „Het ligt voor de hand dat, bij eventuëele opheffing van „deze laatste school, daarin verandering moet worden gebracht. „Wij zijn dan ook voornemens aan die school, evenals „tot dusver met de school aan de Nieuwehuizen het geval „is, een zevende leerjaar te verbinden, waarin tevens on- „derwijs in de Fransche taal zal worden gegeven. „Het spreekt vanzelf, dat wij ten opzichte van den over gang van de leerlingen van de openbare school aan de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 507