29 JUNI 1925.
509
„eventueel te houden stemmingen de gemeente van die
„schoollokalen kan gebruik maken. Wij vertrouwen dat het
„kerkbestuur daartegen geen bezwaar zal opperen."
De heer COHEN, vernomen hebbende, dat men op die
manier nog meer openbare scholen zou willen inslokken
vraagt, of men de leerlingen van de school-Nieuwehuizen,
die bijzonder onderwijs wenschen te genieten, niet naar an
dere, reeds bestaande bijzondere scholen zou kunnen zenden.
De VOORZITTER komt op tegen de uitdrukking „in
slokken". Spr. zegt, dat het aantal kinderen, waarvoor de
wensch te kennen is gegeven, dat zij bijzonder onderwijs
zullen genieten, van dien aard is, dat het de oprichting van
een nieuwe bijzondere school volkomen wettigt. Draagt men
nu de school aan de Nieuwehuizen niet aan het kerkbestuur
over, dan zou men gelden beschikbaar moeten stellen om
een nieuwe school te bouwen. Burgemeester en Wethouders
meenen echter, dat overdracht in deze de voordeeligste weg is.
De heer ZIJLMANS heeft gezien, dat bij dit adres zijn
overgelegd een aantal verklaringen van ouders van leerlin
gen der openbare school aan de Nieuwehuizen, die voor
hun kinderen bijzonder onderwijs wenschen. Spr. vraagt, of
Burgemeester en Wethouders zich van de juistheid dier ver
klaringen hebben overtuigd, opdat men hier niet voor een
zelfde geval komt te staan als zich in Arnhem heeft voor
gedaan.
De VOORZITTERJa zeker. Wat zich in een andere
heelt voorgedaan, kan hier buiten beschouwing blijven.
De heer NEVE heeft in de stukken gelezen, dat 117 kin
deren van andere bijzondere scholen naar de nieuwe school
zullen worden overgebracht. Men zou daaruit de conclusie
kunnen trekken, dat die school wordt vol gepompt om de
noodzakelijkheid ervan aannemelijk te maken.