50 5 FEBRUARI 1925. Al ben ik dus voor dit uitbreidingsplan dankbaar, Mijnheer de Voorzitter, voldaan ben ik echter niet. Gaarne had ik hier en daar het verloop der nieuwe grens anders gezien. Vooral wensch ik hier de aandacht te vestigen op den loop der nieuwe grens met de gemeente Ginneken aan het zuid einde van de Baronielaan. Deze grens zal nu loopen langs de schuttingen der aan de Baronielaan gebouwde huizen. Voor gemeentegrens acht ik deze lijn zeer ongeschikt. Een veel betere oplossing ware geweest het gedeelte van Ginneken gelegen tusschen die huizen en de rivier de Mark geheel bij Breda te voegen. Vooral dit gedeelte zal een snel volgebouwd huizencom plex worden even buiten den rand van Breda en feitelijk eene aanhoorigheid daarvan met alle nadeelen daaraan voor Breda verbonden. Indien hierin nog verandering zou kunnen komen, zou de deugdelijkheid van dit annexatieplan m.i. zeer vermeerderen. De heer COHEN spreekt als volgt: Mijnheer de Voorzitter, Wanneer ik het een en ander zal zeggen betreffende de annexatie dan zal dit in hoofdzaak zijn in het belang der ge meente Breda en tevens in het algemeen belang. Mijnheer de Voorzitter, wanneer ik de lijdensgeschiedenis naga van de annexatie dan loopt deze al van 1905; toen reeds waren er ernstige plannen voor uitbreiding en had zulks alreeds een onderwerp van bespreking uitgemaakt, toen reeds, Mijnheer de Voorzitter, voelde de Raad van Breda de noodzakelijkheid van uitbreiding, is het dan wonder, dat 20' jaar later zulks in erger mate is toegenomen, wanneer men weet dat Breda geheel en al is ingebouwd en totaal geen terrein bezit om te bouwen, dat verschillende woning bouwverenigingen zouden willen bouwen maar geen terrein hebben. En nu moet het niet voorgesteld worden alsof er in Breda genoeg terrein is n.l. exercitievelden, welke maar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 50