544 29 JULI 1925. den heer Bogmans naar voren gebracht, opnieuw te onderzoeken; zij is vroeger al eens nagegaan. De heer SCHRAUWEN deelt mede, dat, toen deze kwestie een paar jaar geleden in de Gascommissie werd besproken, hetzelfde denkbeeld is geopperd als thans door den heer Haaiman wordt naar voren gebracht. Dit denk beeld komt hierop neer, dat het meerdere verbruik eenmaal per jaar wordt verrekend. Dit nu gebeurt in meerdere ge meenten. Spr. is het met den heer Haaiman eens, dat daartegen geen administratief bezwaar kan zijn. De heer BOGMANS zegt, dat hetgeen de heer Schrau- wen heeft uiteengezet geheel overeenstemt met zijn oor spronkelijk voorstel. De VOORZITTER; Het is heel iets anders dan in het voorstel van den heer Bogmans is te lezen. De heer BOGMANS: Het komt op hetzelfde neer. De heer COHEN verklaart, dat, als men het voorstel- Bogmans moet opvatten zooals de heer Schrauwen heeft aangegeven, hij dat voorstel zal steunen. De heer APPELBOOM vraagt, of hij het voorstel-B o g- mans moet opvatten zooals deze het schriftelijk heeft inge diend of zooals de heer Schrauwen het heeft uitgelegd. Is het laatste het geval dan kan Spr. zich ermede vereenigen. De meterstand behoeft dan maar éénmaal per jaar te worden opgenomen b. v. in Juli, daar de meeste menschen in den zomer het gemakkelijkst kunnen betalen. Men zou hen dan het meerdere verbruik kunnen laten betalen en de gewone abonnementsgelden per kwartaal kunnen blijven innen. De VOORZITTER: Als dat inderdaad de bedoeling van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 544