29 JULI 1925.
555
door niet zoo zeer omhoog worden gevoerd. De heer
Haaiman heeft er terecht op gewezen, dat de sociaal
democraten voorstanders van de gelijkstelling van het bijzon
der met het openbaar onderwijs zijn. Ten slotte deelt Spr.
mede, dat de voorbeelden van de wantoestanden, welke op
de bijzondere bewaarscholen heerschen, nog met één kan
worden vermeerderd. Met de verkiezingsdagen n. 1. zijn den
kinderen van de bewaarschool „St. Joseph" mutsen en vlag
getjes medegegeven, waarop de naam van een zekeren Kamer-
candidaat stond vermeld. Spr. vindt het in hooge mate
kwetsend, dat de kinderen van een bijzondere school, welke
subsidie uit de gemeentekas geniet, dienstbaar worden ge
maakt aan de een of andere politieke partij. Hij wenscht,
ook als belastingbetaler, daartegen te protesteeren.
De heer HORNIX kan met verschillende argumenten,
welke in het prae-advies worden aangevoerd niet medegaan.
Zoo is b. v. het argument, dat, waar op een bevolking van
ruim 30.000 inwoners nog geen 100 hoofden van gezinnen
van hun instemming met een openbare bewaarschool doen
blijken, niet gezegd kan worden, dat de oprichting van zoo
danige school in een bepaalde behoefte zou voorzien, niet
juist, want men mag uit het feit, dat slechts 100 gezinnen
van hun instemming hebben doen blijken volstrekt niet af
leiden, dat alle andere inwoners tegen de oprichting van
een openbare bewaarschool zouden zijn. Spr. is voorts van
meening, dat de kosten per leerling in de practijk minder
dan f 80.— zullen blijken te zijn. Hij stelt zich op het stand
punt, dat als men voor de gelijkstelling van het bijzonder
met het openbaar onderwijs is, men het voorstel van den
heer Haaiman moet steunen. De billijkheid eischt zulks,
te meer daar hier ook aan de bijzondere bewaarscholen
subsidie gegeven wordt.
Het heeft den heer NEVE bevreemd, dat, waar hier zoo
dikwerf vanaf de college-tafel is gezegdWanneer er om