558
29 JULI 1925.
De heer KORTEWEG: Volgens de inliggende lijsten
met adhaesie-betuigingen zouden slechts 92 kinderen een
openbare bewaarschool bezoeken. Zulks zou voor de gemeente
te hooge kosten meebrengen. Het komt Spr. derhalve beter
voor, dat de voorstanders van openbaar bewaarschoolon-
derwijs een vereeniging stichten tot oprichting van een
neutrale bewaarschool; zij kunnen dan bij de gemeente om
subsidie aankloppen. Spr. heeft op dien grond aan het prae-
advies van Burgemeester en Wethouders medegewerkt.
Den heer COHEN heeft het gefrappeerd, dat de heer
Korteweg op zijn zachtst uitgedrukt „gedraaid" is. Wat
toch is het geval? Toen de heer Korteweg in September
1924 tot wethouder was gekozen, heeft hij alvorens die be
noeming aan te nemen gebruik gemaakt van den bij de wet
toegekenden bedenktijd van 24 uren. Spr. heeft toen een
onderhoud gehad met den heer Korteweg, waarin hij
deze heeft gevraagd, welk standpunt hij dacht in te nemen
tegenover een eventueel verzoek tot oprichting van een
openbare bewaarschool. De heer Korteweg heeft Spr.
toen zijn woord gegeven, dat hij bij een zoodanige aanvraag
op zijn steun kon rekenen. Daarom verwondert het Spr. ten
zeerste, dat de heer Korteweg zich thans zoo tegen die
oprichting verzet. De heer Korteweg heeft er op gewezen,
dat er in deze gemeente al een neutrale bewaarschool bestaat,
doch dat is een bijzondere school en daarbij komt nog, dat
het een arbeiderskind niet mogelijk is bedoelde school te
bezoeken; het schoolgeld is daarvoor te hoog. Voorts geeft
de heer Korteweg de voorstanders van openbaar be-
waarschoolonderwijs in overweging een vereeniging tot
stichting van een neutrale bewaarschool op te richten en
dan bij de gemeente aan te kloppen om subsidie, maar de
heer Korteweg weet toch ook wel, dat men door sub-
sidieering hoogere schoolgelden verkrijgt. Ten slotte merkt
Spr. op, dat de heer Korteweg blijkbaar het adhaesie-
adres niet heeft gezien, dat door de aanwezigen op den