5 FEBRUARI 1925. 55 van een stad om zoo te zeggen), de rioleering, verlichting, bestrating enz. enz. 2e. En, in het kort, het onderwerp belastingen. Bij annexatie komen de belastingen van de z.g. forensen geheel ten goede aan Breda. En dit is m. i. ook niet meer dan billijk. Deze proflteeren nu voor betrekkelijk geringe belastingen van alles wat hun de groote stad biedt. En dit klemt bij mij des te meer, waar ook een zeer groote groep der middenstanders, speciaal de winkeliers en onder hen in hoofdzaak de kleine winkeliers, zich niet de luxe kan per- mitteeren om buiten Breda ook nog eens een extra woning er op na te gaan houden. Alleen de meergegoeden betalen de, betrekkelijk geringe, forensenbelasting, zeer gaarne, daar ze daardoor in staat zijn van veel te proflteeren, wat hun de stad biedt. Of zou men meenen, als bijv. de Baronielaan en de Ginnekenweg, om maar een paar straten te noemen, eens aan de andere zijde van het dorp Teteringen lagen, dat er dan evenveel Bredanaars zouden gaan wonen? Ieder zal dit toch ten volle moeten onderschrijven. Ten slotte zou ik kunnen wijzen op sommige locale toe standen, die meer dan bespottelijk zijn, zooals in de Wil- helminastraat, waar een huis in de gemeente Breda staat, terwijl een gedeelte van den tuin in Teteringen ligt. Een huis met tuin in de Teteringenstraat, waarvan het hoekje tuin, waarop het kippenhok staat, tot de gemeente Teteringen behoort, enz. enz. Doch hierover wél ik liever niet veel zeggen, daar, met de m. i. zeer onvoldoende grenswijziging van dit voorstel, dezelfde toestanden zich zullen voordoen, alleen op andere plaats. Men denke bijv. aan de reeds zoo veel besproken boerderij, waar de paarden voortaan Breda naars en de koeien en ossen Teteringers worden en omgekeerd. Mijnheer de Voorzitter, voorloopig heb ik het mijne hierover gezegd. Ik dank U. De heer SCHRAUWEN wenscht even een opmerking te maken naar aanleiding van het feit, dat de heer Zijl-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 55