564 29 JULI 1925. aan de instelling of uitbreiding daarvan mede te werken en niet trachten het door onderwijs van de een of andere rich ting te vervangen of te verdringen. Dat door aanneming van het voorstel-H a a 1 m a n bevoorrechting van het open baar onderwijs zou plaats hebben, noemt Spr. een bekrompen argument. Den heer Moll, die zoo geringschattend over bewaar schooltjes gesproken heeft, wenscht Spr, in herinnering te brengen, dat een groot man eens gezegd heeft: „Geef mij de jeugd, dan heb ik de toekomst." De heer MOLL: Dat ik dat gezegd heb, is geweest naar aanleiding van de wijze, waarop ik in het debat ben betrok ken geworden. De heer VAN WERKHOOVEN Toen hier de subsidie aanvraag van het O. L. V. Lyceum besproken werd, heb ik gezegdAls het in een behoefte voorziet, dan behoort het ook subsidie te krijgen. Nu is voor mij het eerste on derwijs hoogst belangrijk, ik zou haast zeggen, het belang rijkste; het hangt met het volgend onderricht ten nauwste samen. Dat de oprichting van een openbare bewaarschool kosten met zich medebrengt, mag geen overwegend bezwaar uitmaken. Wel zou Spr. in dit verband willen vragen: Zijn er dan geen lokalen van andere scholen beschikbaar om de bewaarschool onder te brengen? Dit zou althans eenige besparing van kosten geven. Maar, Spr. heeft hooren fluis teren, dat de fractie, die de meerderheid in den Raad heeft, haar houding ten opzichte van deze kwestie al te voren heeft bepaald; het besluit is dus eigenlijk reeds gevallen. De heer HORNIX: O, dat zijn we al gewend! Dat is zoo de gewoonte bij die fractie. De heer MOLL: Gesteld eens, dat de heer Van Werk- hooven gelijk heeft, dan hebben wij niets ergers gedaan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 564