567 29 JULI 1925. De VOORZITTER stelt voor, deze rekeningen te stellen in handen van een commissie van drie leden, ter fine van onderzoek en rapport. Hiertoe besloten zijnde en op verlangen van den Raad, dat de Voorzitter deze commissieleden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig benoemd de heeren Cerutti, Loomans en Neve. 22. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot vast stelling eener verordening op de heffing en invordering van gelden voor het hebben van een standplaats met een woon wagen of een ligplaats met een woonschip binnen deze gemeente, luidende als volgt „Het komt ons gewenscht voor, dat, in navolging tevens „van vele andere gemeenten, een belasting wordt geheven „voor het hebben van een standplaats met een woonwagen „of een ligplaats met een woonschip, wanneer het verblijf „daarmede een termijn van veertien dagen in een kalenderjaar „te boven gaat. „Ongetwijfeld brengt de aanwezigheid van dergelijke inrich- „tingen voor de gemeente kosten mede, zooals de beschik- „baarstelling van een terrein, beschikbaarstelling van drink- „water, het weghalen van faecaliën, politietoezicht enz., enz. „Het is alleszins billijk, dat de houders van deze inrich- „tingen, ingeval het verblijf van meer dan gewonen duur „wordt, daarvoor een kleine vergoeding betalen, hetgeen te „bereiken is door de heffing van een recht op de wijze als „in bijgaande ontwerp-verordeningen is aangeduid. „In de gemeenten Tilburg, Eindhoven, Maastricht, Nijmegen, „Arnhem enz. bestaan reeds soortgelijke verordeningen. „Wij hebben de eer U in overweging te geven, tot vast- „van de hierbijgevoegde ontwerp-verordeningen over te gaan." De heer COHEN kan zich niet vereenigen met de voor gestelde vergoeding van 25 ct. per dag. De gemeente toch

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 567