56 5 FEBRUARI 1925. mans de samenwerking van Brussel en Antwerpen met hun voorsteden heeft aangeroerd. In Antwerpen, dat als het ware zijn voorsteden in een vestinggordel omknelt, laat die samen werking niet veel te wenschen over, doch van Brussel en de omliggende gemeenten kan zulks niet gezegd worden. Om een voorbeeld te noemen. Brussel zou gaarne auto bussen laten loopen naar zijn voorsteden, maar kan dit slechts doen uitsluitend in de richting Noord.Zuid en omgekeerd, omdat die voorsteden daartoe niet wenschen mede te werken. De heer APPELBOOM heeft aan de argumenten door Burgemeester en Wethouders en de voorstanders van het grenswijzigingsplan hier zooeven naar voren gebracht niets toe te voegen, alleen zou hij een opmerking willen maken over den financieelen kant van de zaak. Wanneer men de opschriften zag, door het Anti-Annexatie-comité op verschil lende plaatsen aangebracht, dan zou men gaan denken, dat aan deze grenswijziging alleen de belastingkwestie vastzat. Als er echter iets is, dat niet met zekerheid gezegd kan worden, dan is het juist de uitwerking, welke de annexatie op dit gebied zal hebben. Spr. tart een ieder om te dien aanzien met juiste cijfers of eenig positief bewijs te komen het is niet mogelijk. Want in de eerste plaats gesteld, dat Breda, via Gedeputeerde Staten, in het bezit zou kunnen komen van de vereischte gegevens omtrent de belastbare inkomens in de buitengemeenten, dan nog zou men niet kunnen berekenen welk bedrag daarvan ten voordeele van Breda zou komen, omdat men niet weet of en hoeveel verhuizingen er nog in verband met de annexatie zullen plaats hebben. In de tweede plaats heeft men de forensenkwestieniemand weet nog hoe zij opgelost zal worden. Dit zijn enkele fac toren, waardoor men niet kan zeggen, of de belastingen, hooger of wel lager zullen worden. Alles zal afhangen van hetgeen de toekomstige Raad van Groot-Breda zal doen. Wanneer die Raad dadelijk alles grootscheeps gaat aan-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 56