29 JULI 1925.
579
op f 0.90. Afgenomen werd niet voldoende. De productie
bleef de afname overtreffen, zoodat men in Februari 1925
een voorraad cokes had opgehoopt van 30.000 H. L.
De weersgesteldheid was niet zooals in 1924; minderwaar
dige brandstoffen zooals eierkolen enz. bleven goedkoop,
dus moest een afzetgebied voor den te grooten voorraad
van cokes gezocht worden. Met medewerking van de Gas
commissie, waarvan de heer Haaiman deel uitmaakt, is
op 10 Februari 10.000 H. L. naar elders verkocht tegen
42 ct. per H. L. Op 12 Februari werd de prijs ook
voor ingezetenen gesteld op 40 ct. per H. L. Had Di
rectie of Commissie kunnen voorzien, dat de afname zoo'n
vlucht zou nemen als is geschied, dan zou de prijs zeker
hooger gesteld zijn geworden. Geprofiteerd hebben de inge
zetenen van een goedkoopen prijs dus wel. Waar is, dat de
prijs in de zomermaanden hooger was dan in de winter
maanden, doch de oorzaak hiervan was, dat men in April
1924 geen H. L. in voorraad had. Een prijsverlaging was
dus niet noodig.
Wat nu het gunstige oogenblik van verkoop betreft, zal
de heer Haaiman het met mij eens zijn, dat dit moeilijk
was te bepalen, want had men een kouden winter gehad,
dan was de cokes tegen een hoogen prijs weggevlogen.
Jammer is echter, dat, op een gunstig oogenblik voor verkoop,
door den heer Haaiman als lid van de Gascommissie
geen voorstel daartoe is gedaan.
Verder zegt de heer Haaiman nog: „De handelaren
konden niet voldoende afnemen, slechts 50 H. L. per dag.''
De heer Haaiman weet echter, dat de handelaren 20 0
reductie genieten, dus de gemeente slechts 32 ct. per H. L.
ontvangt. In den handel tracht men den hoogsten prijs te
bedingendit heeft ook bij de Directie voorgezeten.
Nu wat het tweede gedeelte van de interpellatie betreft.
Het is waar, dat de prijzen tweemaal zijn verhoogd zonder
dat de Gascommissie is gehoord. Het is U, Vergadering,
echter bekend, dat men een voltallige commissie niet zoo