29 JULI 1925. 583 „van boekhouder-kassier de meest gewenschte oplossing zal „kunnen brengen. Hiervan vindt men nadere uitwerking in „de hierbij aan te treffen accountantsrapporten. „Mocht Uw Raad zich met de voorgenomen splitsing „kunnen vereenigen, dan stellen wij U voor, ons te mach tigen tot een oproeping van sollicitanten naar beide be trekkingen over te gaan. „De betrekking van kassier, die een vertrouwenspost is „en bovendien eenige kennis van boekhouden vordert, zouden „wij ingedeeld willen zien in groep VII van de bestaande „salarisregeling (f 2500.f 2900.^ „De functie van boekhouder behoort naar onze meening „te worden ingedeeld in groep X van voormelde regeling „(salarisgrenzen f 3600.f 4200.. „Voor dezen functionaris dient als eisch te worden gesteld „het bezit eener akte boekhouden (M. O.), kennis van mo- „derne talen en practische bedrevenheid in soortgelijke ad ministratie. Wij zijn van oordeel, dat voor een goede en „zuinige bedrijfsvoering een bekwaam boekhouder van veel „waarde is en het salaris dan ook niet lager behoort te „worden bepaald dan op het bedrag door Uw Raad nader „vastgesteld voor den vroegeren boekhouder-kassier. Aldus „wordt de salarispost door vervanging van de twee ontslagen „ambtenaren niet verzwaard." De VOORZITTER wijst op de eenstemmigheid, waarmede de voorgenomen splitsing wordt toegejuicht. De heer CERUTTI kan zich wel vereenigen, met de voor gestelde splitsing, maar hij vindt het salaris van den kassier te laag gesteld. Men moet niet uit het oog verliezen, dat aan die functie een groote geldelijke verantwoordelijkheid is verbonden. De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethou ders die kwestie aan de hand van de door de Gascommissie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 583