584 29 JULI 1925. gemaakte opmerkingen uitvoerig hebben onderzocht. De Gascommisie was n.l. van meening, dat de kassier eer lager gesalarieerd behoorde te worden. Burgemeester en Wethouders waren echter van oordeel, dat indeeling van die functie in groep VII toch wel geboden was. Den heer CERUTTI is zooeven ter oore gekomen, dat de kassier de gelden dagelijks zal hebben af te dragen. Spr. vraagt, of dit juist is. De heer APPELBOOM Het gaat om den aard der betrekking. Men behoort dien te kennen, opdat men daar mede rekening kan houden bij de vaststelling van het salaris. De VOORZITTERDe instructies en werkverdeeling voor de nieuwe functionarissen zijn nog niet vastgesteld. De heer HORNIX kan niet medegaan met het voor den boekhouder voorgestelde salaris. De aan die functie ver bonden wedde is indertijd enkel en alleen verhoogd, omdat men toen een boekhouder-kassier had, die een bijzonder kundig ambtenaar was. Bedoelde wedde is daarmede echter uit het onderling salaris-verband geschoven. Thans wordt voorgesteld de werkzaamheden van dien functionaris te ver eenvoudigen, maar toch wordt hem ook nu het zelfde salaris toebedeeld. Spr. merkt op, dat hoewel er een groot verschil is tusschen de functie van boekhouder-kassier en die van kapitein bij de genie-troepen aan beide een zelfde salaris verbonden is. Hij zou dan ook den boekhouder willen terug brengen naar de salarisgroep, waarin deze oorspronkelijk was ingedeeld, n. 1. groep IX (f 3200.f 3700.Spr. is ervan overtuigd, dat men voor minder dan wordt voor gesteld ook wel een kundig boekhouder kan krijgen. De heer CERUTTI merkt op, dat, terwijl de splitsing wordt voorgesteld om fraude te voorkomen, achteraf blijkt,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 584