29 JULI 1925.
585
dat de kassier de gelden dagelijks moet afdragen aan den
boekhouder. De toestand blijft dan toch in den grond van
de zaak dezelfde.
De VOORZITTER: Daaromtrent is nog geen vaste
regeling getroffen. De opmerking van den heer C e r u 11 i
kan bij het treffen dier regeling ter harte worden genomen.
De heer CERUTTI vindt, indien de kassier geheel en al
kashouder wordt, het voorgestelde salaris te laag.
De heer SCHLAGHECKE kan zich in tegenstelling met
den heer H o r n i x volkomen met het voor den boekhouder
voorgestelde salaris vereenigen. Spr. vindt het geen luxe als
een bedrijf zijn personeel behoorlijk salarieert. De heer
H o r n i x heeft gezegd te gelooven, dat men wel voor
minder dan wordt voorgesteld een kundig boekhouder zal
kunnen krijgen. Dat kan wel waar zijn, maar Spr. is er sterk
tegen om gebruik te maken van de wet van vraag en aanbod.
De heer APPELBOOM zou eerst inlichtingen willen hebben
omtrent den aard der beide functies alvorens over de sala
rissen te beslissen. Het plegen van fraude kan z. i. gemak
kelijk ondervangen worden door den Gemeente-Ontvanger
aan de Directie der Lichtbedrijven kennis te laten geven van
alle aan den kassier verstrekte gelden. Voorts zegt Spr. dat
in de eerste plaats zal moeten worden vastgesteld, dat de
splitsing van beide functies geheel wordt doorgevoerd.
De heer HAALMAN deelt mede, dat hij aanvankelijk
tegen de voorgenomen splitsing was, voornamelijk omdat
nog niet vaststond wie de geheele financieele verantwoorde
lijkheid zou dragen. Men is toen echter naar zijn opvatting
in de Gascommissie tot het resultaat gekomen, dat de kassier
de verantwoordelijkheid zal dragen van 's morgens tot
's avonds en de boekhouder de geheele verantwoordelijkheid