586 29 JULI 1925. anders zou er een abnormale-verhouding tusschen de voor gestelde salarissen bestaan. Spr. kan zich op dien grond met het voorstel vereenigen. De VOORZITTER zegt, dat, als men het accountants rapport leest, men geen bezwaar zal kunnen hebben tegen de voorgestelde splitsing. De heer APPELBOOM heeft het accountantsrapport ge lezen, maar begrijpt niet, dat er hier eigenlijk sprake kan zijn van een splitsing. Dit zou z. i. alleen het geval kunnen zijn als ieder der functionarissen de volle verantwoordelijk heid droeg, doch nu de kassier slechts de assistent van den boekhouder zal zijn, heeft geen eigenlijke splitsing plaats. De VOORZITTER: De juiste verdeeling der functies zal nog nader onder de oogen moeten worden gezien. De heer KORTEWEG deelt mede, dat inderdaad nog niet vaststaat, hoe de instructie, welke aan ieder der beide functionarissen zal worden verstrekt, zal luiden, maar wel staat vast, dat de boekhouder de verantwoordelijke persoon zal zijn. De z. g. kleine kas zal ook door den kassier worden beheerd. Deze zal den boekhouder controleeren en omgekeerd, terwijl de kassier met een dagelijksche verantwoordelijkheid van de zaak af is. De VOORZITTER toont uit het accountantsrapport aan, dat daarin zeer veel gehecht wordt aan een splitsing van beide functies. De heer APPELBOOM Dan moet men de kassier niet anders laten doen dan geld ontvangen en de boekhouding daarvan opdragen aan een ander, want als de boekhouder alleen overneemt, wat de kassier afdraagt, dan blijft de hui dige toestand in den grond van de zaak bestendigd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 586