25 AUGUSTUS 1925. 615 in de huursom om te slaan, anders vreest hij, dat de gemeente op den duur te kort zal komen. Ten slotte vraagt Spr., of het niet mogelijk zou zijn, den huurprijs alsnog te verlagen; deze is voor sociaal-achterlijken vrij hoog. De VOORZITTER antwoordt, dat men de kosten van waterverbruik niet bij den huurprijs in aanmerking moet nemenmen zou op die manier wel tal van kosten in reke ning kunnen brengen. Bovendien zijn die kosten voor soci aal-achterlijken aanmerkelijk lager dan voor anderen. De heer VAN WERKHOOVENMaar dan is de huur nog hoog. Men moet niet vergeten, dat de woningen zijn bestemd voor sociaal-achterlijken. Ik geloof niet, dat daar menschen bij zijn, die 17 a 18 gulden per week verdienen. De VOORZITTER zegt, dat men bij de grootst moge lijke bezuiniging komt tot een huurprijs van f 2.65. Er is dan ook geen andere weg om dien prijs te verlagen, tenzij de gemeente alle kosten voor haar rekening neemt, doch zoover is men op het oogenblik nog niet gekomen. De heer VAN WERKHOOVEN vraagt, of het inder daad juist is, dat de N. V. Volkshuisvesting een maximum- huur van f 2.50 per week heft van woningen voor sociaal achterlijken. De heer SPEYART VAN WOERDENDat kunt U in het gemeenteverslag vinden. De VOORZITTER: De N. V. Volkshuisvesting heeft die woningen voor een deel gebouwd in een goedkooperen tijd. De heer VAN WERKHOOVEN blijft aandringen op vermindering van den huurprijs.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 615