618 25 AUGUSTUS 1925. heeft het mooie gras daar altijd bewonderd. De vorige directeur der Beplantingen, de heer W a a 1 s, heeft trouwens nooit daarom gevraagd. Spr. vreest, dat aanneming van dit voorstel in de toekomst tot veel hoogere kosten zal leiden dan die, welke thans daarin genoemd worden. Hij geeft dan ook in overweging, het aanbrengen van sproeipunten in het Wilhelminapark achterwege te laten. De heer HORNIX heeft de bij de stukken gevoegde kaart aandachtig bekeken en is daarbij tot de conclusie gekomen, dat men zich gevoeglijk kan beperken tot het aanbrengen van drie sproeipunten. Immers, het is niet noodig, dat de vijver wordt besproeid. De VOORZITTER: De Directeur der Waterleiding, die de zaak technisch heeft onderzocht, acht het aanbrengen van zes sproeipunten wel degelijk noodzakelijk om het geheele terrein te bestrijken. Met alleen de kaart te bekijken komt men er niet. De heer HORNIX handhaaft zijn voorstel om slechts drie sproeipunten aan te brengen. De heer KOOPERBERG: Wij kunnen het best zonder doen; het gras in het Wilhelminapark ziet er uitstekenduit. De VOORZITTER erkent, dat men ook thans aan het gras goede zorgen besteedt; dit zou er echter wellicht nog beter uitzien, wanneer men daarbij van de nieuwere technische middelen gebruik kon maken. Bovendien is het een bezwaar, dat de slangen, welke thans dienst doen om de gazons te besproeien, vaak hinderlijk zijn voor het verkeer. De heer ZIJLMANS is het niet met den heer Kooper- berg eens, dat het gras in het Wilhelminapark er uitstekend uitziet, integendeel, zulks laat veel te wenschen over. Spr.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 618