25 AUGUSTUS 1925. 619 gevoelt echter wel iets voor het denkbeeld van den heer H o r n i x, om zich tot het aanbrengen van een geringer aantal sproeipunten te beperken. Het wil hem voorkomen, dat met een viertal zou kunnen worden volstaan, een getal, dat ook door den Directeur der Beplantingen voldoende wordt geacht. Spr. zou, alvorens in deze een beslissing te nemen, het nader oordeel van dien Directeur willen vernemen. De VOORZITTER zegt, dat er in verband met het vergevorderd seizoen geen overwegend bezwaar bestaat om de verdere behandeling van dit voorstel aan te houden en inmiddels het nader advies van den Directeur der Beplan tingen in te winnen. Alsnu wordt besloten, de verdere behandeling van dit voorsteltot een volgende vergadering aan te houden. 28. Adres van P. van den Avoort, daarbij vrijstelling verzoekende van een der voorwaarden, betreffende ontheffing van art. 14 (thans art. 15) der Bouwverordening ten behoeve van het pand Tolbrugstraat no. 22. Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezond heidscommissie en den Adjunct-directeur van Openbare Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wet houders om de gevraagde vrijstelling te verleenen. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt besloten aan adressant de gevraagde vrijstelling te verleenen onder de volgende voor waarden a. dat de ontworpen keuken van een lantaarn worde voorzien, welke behalve voor lichttoe- treding tevens wordt ingericht voor ventilatie van het vertrek; b. dat alsnog ter voldoening aan art. 5 der

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 619