620
25 AUGUSTUS 1925.
Woningwet de vereischte teekeningen, ingericht
volgens art. 105 der Bouwverordening, aan
Burgemeester en Wethouders ter goedkeuring
worden aangeboden;
dat, wanneer de slaapkamers buiten gebruik
worden gesteld of niet meer noodig blijken
te zijn, de verleende afwijking vervalt;
dat, wanneer binnen drie maanden na de
dagteekening van dit besluit, van de verleende
vrijstelling geen gebruik wordt gemaakt, deze
geacht wordt niet te zijn verleend;
en onder bepaling, dat bij niet-vervulling van
een dezer voorwaarden de verleende vrijstelling
vervalt.
29. Adres van Gebrs. Bakx, daarbij ontheffing ver
zoekende van art. 15 der Bouwverordening, ten behoeve
van het maken van een afdak voor berging van handwagens
enz. op het perceel aan de Korte Gampelstraat sectie A.,
no. 6721.
Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezond
heidscommissie en den Directeur van Openbare Werken,
alsmede een voorstel van Burgemeester en Wethouders om
de gevraagde uitzondering toe te staan.
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
hebbende, wordt besloten de gevraagde ontheffing
te verleenen onder de volgende voorwaarden
a. dat geen verandering worde gebracht in de
grenzen van het perceel;
b. dat op de overblijvende open ruimte niets
worde gebouwd of opgericht;
c. dat het op te richten afdak niet van bestem
ming verandere en nimmer geheel of gedeel
telijk als woning worde ingericht of gebruikt
d. dat ter voldoening aan art. 5 der Woningwet
c.
d.